Diep in mijn binnenste
voel ik je trappelen in
het donker van de nacht
Alsof je niet maanden geleden
warm en glibberig op
mijn buik gelegd werd
In mijn sluimering,
schemergebied tussen waken en slapen,
begrijp ik niet dat je
gewoon in je bedje ligt
vlakbij
Mijn lichaam zo lang jouw pulserende planeet
mijn hartslag het ritme van jouw dagen
mijn bloed jouw levenselixer,
dat een echo van jouw aanwezigheid
nagalmt in mijn lege schoot