Door haar laatste jurk aan een hanger
voor het slaapkamerraam
valt zonlicht zachtroze in
de kamer een kille moederschoot
In mijn palm ligt haar broze hand
breekbaar als een kolibrie
aderen die ooit als smalle rivieren
over huid meanderden
samen met het leven weggevloeid
Handen die mij ontelbare keren
wasten, knepen, liefkoosden
onophoudelijk in beweging
nu vaal en verstard als op de
verschoten familiefoto’s aan de muur
Patchoeli uit de emaillen lampetkan
schoon linnen en beginnend bederf
geuren wedijverend om de overhand
ik adem ze voorzichtig in
de natte spons op haar stille lijf
volgt zacht de bleke sporen
erfenis van mijn schepping
het water spoelt
mijn kindschap weg
Met dit gedicht deed ik mee aan de poëziewedstrijd van Uitgeverij Gopher met als thema intimiteit. Het gedicht werd geselecteerd voor de dichtbundel ‘De grootste intimiteit is het zwijgen’ en behoorde bovendien tot de drie beste gedichten. Het verscheen daarom als tweede gedicht in de bloemlezing.
Mooi!!! Ontroerend!!
LikeLike