Mijn gedicht Onzekerheidsrelatie werd gepubliceerd in deze kersverse bundel met wetenschapspoëzie tussen namen als Anna Enquist, Jean Pierre Rawie, Ingmar Heytze, Esther Jansma en vele anderen. Te koop bij de boekhandel (zolang de voorraad strekt).



Verhalen & Gedichten
Mijn gedicht Onzekerheidsrelatie werd gepubliceerd in deze kersverse bundel met wetenschapspoëzie tussen namen als Anna Enquist, Jean Pierre Rawie, Ingmar Heytze, Esther Jansma en vele anderen. Te koop bij de boekhandel (zolang de voorraad strekt).
Publicatie van mijn gedicht Signaalsoorten in literair tijdschrift Op Ruwe Planken
Mijn gedicht zoekgeschiedenis werd gepubliceerd in literair tijdschrift Kluger Hans. En dat niet alleen! Het werd ook nog eens door beide meters van het nummer #Gêne gekozen als een van hun favoriete teksten! En als kers op de taart werd ik ook nog uitgenodigd om mee te doen met Literaire Schurft. Lees het gedicht en waarom de meters er zo enthousiast over waren terug op de site van Kluger Hans.
Ik wil je in een sneeuwbol bewaren
waarin je enkel zacht wordt overladen
door traag vallend goudfolie
wanneer de wereld op zijn grondvesten schudt
ik wil je ogen voortdurend bedekken
wimpers teder strelend in mijn handpalm
alleen het licht door de vingers zien
onbezoedelde ziel behoeden voor hartzeer
strak vasthouden laat striemen achter
in het reliëf van je huid lees ik mijn eigen verhaal
wrik mijn verkrampte vingers een voor een los
en kijk hoe je vleugels zich langzaam ontvouwen
Er bestaan mieren die bij overstromingen een vlot vormen
in elkaar verstrengeld zeilen ze soms maanden rond
op de lijken van hun opofferingsgezinde soortgenoten
het is tweehonderdveertien dagen geleden dat iemand mij aanraakte
met ingehouden adem, zoals ik deed toen ik een kind was
loop ik met bogen om mensen heen totdat ze in sterretjes oplossen
schurend tegen muren en winkelpuien, balancerend op het randje
van de stoep, rakelings langs het verlangen een hand uit te steken
ouderen verwelken als vergeten veldboeketten
achter broeierig glas, terwijl we toekijken
met halve gezichten kunnen we elkaar niet goed lezen
sterven doen we met schrale handen die tasten
in de leegte leg ik een opgevulde winterhandschoen
op mijn schouder en dans met een overjas
terwijl de radio de nieuwste cijfers verkondigt
lepelen we met gedesinfecteerde vingers pindakaas uit de pot
wil er iemand met mij een vlot bouwen
en afdrijven?
Dit gedicht stond in de top 1000 van De Gedichtenwedstrijd
Het is jouw versleten groene regenjas
die werkeloos aan de kapstok hangt
iemands stem die ook klinkt als een contrabas
de drentelende kat die naar jouw schoot verlangt
de antieke lamp die het niet meer doet
je had beloofd hem te repareren
de moestuin die je met blote handen hebt omgewroet
de post die men aan jou blijft adresseren
het lege schaakbord waarop je mij soms liet winnen
het krakende bed waarin ik jou mocht beminnen
het botte mes waarmee ik mij nu soms scheer
Je geur leeft nog altijd in het linnen
al rust jouw lijf hier al lang niet meer
jij komt bij me binnen
Dit gedicht werd genomineerd voor de Willem Wilmink dichtwedstrijd 2021
Je verschuift je organen
maakt plaats in de kern
van je wezen
keert binnenstebuiten
en wacht
tot alles weer
op zijn plek
valt
alsof je
Tetris speelt met jezelf
maar de blokjes passen niet
en alles is vervormd tot
onherkenbare stukken
je maakt ruimte en
smeert
jezelf uit als het
laatste restje jam
onderuit de pot
ijzer tegen glas
op uitgedroogde
boterhammen
mijlenver verwijderd
van wie je was
of dacht te zijn
dat het lichter zou voelen
zonder het eindeloos dragen
en aftellen
na de vermenigvuldiging
het delen van je oogkleur
en overgevoeligheden
de moeder wordt niet altijd
geboren met het kind
Zo hoort het niet
zeiden ze en
je doet het niet goed
maar niemand vroeg
waarom
of vertelde
hoe het dan moest
in een omgekeerde wereld
waarin het ei
de vogel uitbroedt
er met vaste stift
omlijnd wordt
terwijl jij tracht
jezelf uit te vlakken tot
er niets meer rest
dan vage grijze vegen op
een verkreukelde zaterdagkrant
je moet blijven
zeiden ze maar wel
binnen deze lijnen
ze trekken
handenvol veren uit
de mooiste
tot je vleugellam
en monddood
niet meer vallen kan
of vliegen
Met dit gedicht werd ik genomineerd voor de Rob de Vos-prijs 2020. Vreemde vogels ontving een eervolle vermelding.
Door haar laatste jurk aan een hanger
voor het slaapkamerraam
valt zonlicht zachtroze in
de kamer een kille moederschoot
In mijn palm ligt haar broze hand
breekbaar als een kolibrie
aderen die ooit als smalle rivieren
over huid meanderden
samen met het leven weggevloeid
Handen die mij ontelbare keren
wasten, knepen, liefkoosden
onophoudelijk in beweging
nu vaal en verstard als op de
verschoten familiefoto’s aan de muur
Patchoeli uit de emaillen lampetkan
schoon linnen en beginnend bederf
geuren wedijverend om de overhand
ik adem ze voorzichtig in
de natte spons op haar stille lijf
volgt zacht de bleke sporen
erfenis van mijn schepping
het water spoelt
mijn kindschap weg
Met dit gedicht deed ik mee aan de poëziewedstrijd van Uitgeverij Gopher met als thema intimiteit. Het gedicht werd geselecteerd voor de dichtbundel ‘De grootste intimiteit is het zwijgen’ en behoorde bovendien tot de drie beste gedichten. Het verscheen daarom als tweede gedicht in de bloemlezing.
Leegte overspoelt hem
als een onvoorziene wolkbreuk
op een zachte dag in mei
beide kastdeuren opengeklapt
druppels in verwarmingsbuizen
oorverdovend in de stilte
zij had altijd meer ruimte ingenomen
voor elk seizoen een plankje
nu in stapels op de sprei
een fluweelzachte trui
tegen zijn betraande wang
het diep hemelsblauw van
haar geliefde zijden blouse
de streling van haar linnen
zomerjurk tegen de huid
van een vreemde
onverdraaglijk
een snoekduik in een zee
van haar geuren
de kringloop is morgen
ook weer open